Radboud Universiteit

Met de stichting van de Katholieke Universiteit (de tegenwoordige Radboud Universiteit) in 1923 ging de wensdroom van heel wat katholieken in vervulling. Noodgedwongen hadden katholieken eeuwenlang in religieus en sociaal-cultureel opzicht een tweederangs rol gespeeld in Nederland. Protestanten hadden op hun beurt tot aan de grondwet van 1848 een geprivilegieerde positie kunnen innemen. De ‘eigen’ universiteit in Nijmegen, die gold als de kroon op de katholieke emancipatie die sinds het midden van de negentiende eeuw op gang was gekomen, moest ervoor zorgen dat katholieken intellectueel en dus ook maatschappelijk gezien weer volwaardig konden meedoen. Deze nieuwe instelling van onderzoek en onderwijs begon met drie faculteiten in de binnenstad, kreeg tijdens de Tweede Wereldoorlog op grote schaal te maken met verwoesting, groeide vanaf de jaren 1950 en 1960 uit tot een brede campusuniversiteit met zeven faculteiten op het voormalige landgoed Heyendael, en geeft haar katholieke identiteit momenteel vooral vorm door maatschappelijke betrokkenheid en studentgerichtheid.

Uitgelichte boeken

Eigen Kultuur (1923)


“Langzaam is de universiteits-gedachte in Roomsch Nederland gegroeid, om ten slotte gemeengoed te worden en tevens een konkreten vorm aan te nemen”. Aldus de eerste rector magnificus en founding father van de Nijmeegse universiteit Joseph Schrijnen in de rede die hij hield bij de openingsplechtigheid op 17 oktober 1923. In duidelijke bewoordingen gaf hij aan dat het niet de bedoeling was dat er katholieke wetenschap zou worden beoefend in Nijmegen. In tegendeel: de nieuwe universiteit moest een plek worden van wetenschap bedreven dóór katholieken. Met eigen aandachtsgebieden, met eigen symbolen en rituelen, kortom in een eigen sfeer, maar wel nadrukkelijk met het oog op integratie in het landelijke academische bestel. Schrijnen kwam in 1869 in Venlo ter wereld. Net als zijn oudere broer Laurent Schrijnen, die de bisschop van Roermond zou zijn tussen 1914 en 1932, werd hij priester. Heel lang heeft hij niet kunnen schitteren in Nijmegen. Schrijnen overleed in 1938.

Godsbegrip (1932)


In het academische jaar 1932-1933 was de pater karmeliet Titus Brandsma de rector magnificus van de Nijmeegse universiteit. Dit was een functie die destijds voor één jaar werd bekleed en die veel formele en representatieve verplichtingen met zich meebracht. Brandsma vatte zijn taak met toewijding op, was sterk betrokken bij de studenten en werd bij zijn afscheid als rector door studenten met een aubade uitgeluid. Een belangrijke gebeurtenis was de jaarlijkse viering van de universitaire ‘geboortedag’ oftewel de dies natalis op 17 oktober, waar de rector vanuit de eigen discipline een diesrede hield. De rede van Titus Brandsma, theoloog en filosoof, had als titel Godsbegrip en deed nogal wat stof opwaaien. Na een uitvoerige inleiding over de historiciteit van godsbeelden trachtte hij een eigentijds godsbegrip te formuleren. Godsbegrip behoort tot het meest oorspronkelijke werk van Brandsma. De diesrede kreeg een goed onthaal, tot in protestantse kringen toe, en is diverse keren opnieuw uitgegeven.

Godsbegrip1

Jaarboeken Radboud Universiteit


Sinds het allereerste academische jaar (1923-1924) heeft de Nijmeegse universiteit het Jaarboek uitgegeven. Voor iedereen die geïnteresseerd is in het verleden van de universiteit bevatten de Jaarboeken een schat aan informatie. Te denken valt daarbij onder meer aan: verslagen over algemene institutionele zaken (inclusief de universiteitsbibliotheek en studie- en studentenverenigingen); rectorale redes, overdrachtsredes en in memoriams; overzichten van oraties, afscheidscolleges, gastvoordrachten en rouwzittingen; lijsten met de namen, geboortejaren en geboorteplaatsen van studenten; overzichten van afgelegde examens en behaalde promoties; bibliografieën van hoogleraren en docenten; en afschriften van officiële stukken zoals statuten en koninklijke besluiten. Deze rijkdom van informatie zorgt ervoor dat de Jaarboeken – naast reeds bestaande studies – een centrale toegangspoort vormen tot de Nijmeegse universiteitsgeschiedenis. Het seriële karakter ervan maakt de bron bijzonder geschikt om ontwikkelingen over een langere tijdspanne te bestuderen. Het laatste jaarboek van de Radboud Universiteit is uitgegeven in 1968