Architectuur en bouwkunst

Onderzoek onder leiding van Jeroen Goudeau (Denken in steen, bouwen op papier) toonde aan dat de boeken uit de collectie over bouwkunst en architectuur hoewel nooit systematisch verzameld, een goed beeld geven van het denken over architectuur door de eeuwen heen. Je vindt in de collectie werken van de 16de tot en met de 20ste eeuw en deze bestrijken inhoudelijk de hele veelzijdige breedte van het vakgebied; van esthetische theorieën en zuilenboeken tot technische verhandelingen, van paleizen tot plantenkassen, van stedenbouwkundige vraagstukken en vestingbouw tot exotische reisverslagen. De oudste drukken over architectuur zijn de 16de -eeuwse heruitgaven van het invloedrijke Architectura libri decem van de Romeinse architect en ingenieur Vitruvius. Bijzonder zijn ook de boeken over Bijbelse architectuur, waarin de makers in woord en beeld laten zien hoe bijvoorbeeld de Tempel van Jeruzalem eruit moet hebben gezien. Uit de twintigste eeuw zijn er veel manifesten met radicale uitspraken over architectuur en de functie ervan. In samenhang met grootschalige uitbreidingsplannen verschenen veel publicaties over sociale woningbouw en hoogbouw, en ook die zijn in de Nijmeegse collectie te vinden.

Uitgelichte boeken

Le Poème électronique


Voor de wereldtentoonstelling in Brussel in 1958 ontwierp architect Le Corbusier in opdracht van Philips een totaalconcept met de titel Le Poème électronique. De bedoeling van Philips was om de boodschap van vooruitgang en technische innovatie te presenteren als een kunstwerk.  Het concept en het visuele deel bedacht Le Corbusier. C
omponist, architect en wiskundige Iannis Xenakis ontwierp het revolutionaire paviljoen waarin dit elektronische gedicht kon worden uitgevoerd. Het was de eerste multimediavoorstelling voor het grote publiek. In het gebouw vol luidsprekers en lichtbeelden konden steeds vijfhonderd personen tegelijk de acht minuten lange voorstelling ondergaan waarin film, licht, kleur, ruimte en muziek een associatief verhaal vertelden. Ten behoeve van de projecties en de akoestiek bestond het gebouw uit gebogen vlakken. Het muzikale deel van dit Poème bestond uit twee gedeelten: een elektronisch stuk gecomponeerd door Xenakis dat bij het binnengaan van de voorstelling werd afgespeeld en een elektronisch werk van Edgard Varèse. Het gebouw werd helaas na afloop van de tentoonstelling opgeblazen.

Het boek werd ter gelegenheid van dit spektakel uitgegeven door Philips en bevat beeldmateriaal dat in de voorstelling gebruikt werd. Ook staan er tekeningen in van Le Corbusier en teksten waarin hij zijn ideeën over ‘les synthese des arts’ uiteenzet. Jean Xenakis geeft uitleg over het architectuurontwerp en illustreert dit met tekeningen en schetsen. De inleidende tekst is van Louis Kalff, de ‘lichtarchitect’ van Philips.

Bekijk hier de voorstelling.

Vitruvius, tien boeken over bouwkunst


De architectura libri decem
van de Romeinse militair, architect en ingenieur Vitruvius uit circa 25 voor Christus is een van de oudste ons bekende tekst over architectuur uit de oudheid, en tevens de meest uitvoerige. De tien boeken behandelen stedenbouw, bouwmaterialen, tempels, openbare en particuliere gebouwen, interieurs, als ook watervoorziening, uurwerken en machines. De boeken zijn opgezet vanuit Vitruvius eigen ervaring en vanuit oudere Griekse verhandelingen. Afschriften van het werk zijn in kloosterbibliotheken bewaard gebleven en omstreeks 1490 verscheen een eerste gedrukte uitgave in Rome. Vanaf dat moment zijn er enorm veel heruitgaven en vertalingen van het werk verschenen met veelal eigen interpretaties. Het ontbreken van afbeeldingen in Vitruvius werk, leidde ertoe dat men in iedere tijd de tekst voorzag van eigen afbeeldingen die pasten bij de inzichten en conventies van die tijd. De vertaling van Mialaret hiernaast is de eerste in het Nederlands.

De Nederlandsche Scheeps-Bouw-Konst


Cornelis van Yk was een scheepstimmerman actief op de VOC-werven. Hij is vooral bekend door zijn rijk geïllustreerde boek over de scheepsbouw van zijn tijd De Nederlandsche Scheeps-Bouw-Konst Open Gestelt uit 1697. Van Yk is net als Nicolaes Witsen van wie in 1671 Aeloude en hedendaegsche Scheepsbouw en Bestier verscheen, een van de weinigen die iets heeft vastgelegd over deze ambachtelijke activiteit in de zeventiende eeuw. Beide boeken worden als pionierswerken beschouwd, die veel bijgedragen hebben aan het beeld van de 17e-eeuwse Nederlandse scheepsbouw.

Het eerste hoofdstuk van De Nederlandsche Scheeps-Bouw-Konst Open Gestelt gaat over de geschiedenis van de scheepvaart en verhaalt over de Ark van Noach, de zeewaardigheid daarvan en hoe het schip eruit moet hebben gezien. Ze was volgens ‘de Heilge blaaden lang 300 ellen’. Dat is omgerekend maar liefst 780 meter. Van Yk leverde in dit boek acht variaties van de ark, waaronder een driehoekig schip, een platte rechthoek en een boot met meer ronde afgewerkte vormen.